Frankrijk, voorjaar 1958. De 21-jarige beeldschone Rose Pamphyle leeft samen met haar vader, een norse weduwnaar die in een klein Normandisch dorpje een winkel uitbaat. Rose is verloofd met de zoon van de plaatselijke garagist en lijkt voorbestemd voor een zorgeloos maar oersaai huisvrouwenbestaan. Ze weigert zich hier bij neer te leggen. Ze reist af naar Lisieux voor een sollicitatiegesprek bij een verzekeringsmaatschappij. Het gesprek met de knappe manager Louis Echard verloopt dramatisch, maar Rose heeft één grote troef: ze kan typen aan een duizelingwekkende snelheid. Dit wakkert een lang vervlogen sportieve ambitie bij Louis aan en hij belooft haar de baan op één voorwaarde: dat Rose mee doet aan typwedstrijden en dat hij haar coach mag zijn. Onder Louis’ bezielde begeleiding moet Rose de allersnelste typiste ter wereld worden, ongeacht de opofferingen die zij hiervoor zal moeten maken. Maar de liefde voor de sport gaat niet altijd hand in hand met de liefde simpelweg.