De 10 jarige Yachine leeft met zijn familie in de sloppenwijk van Sidi Moumen in Casablanca. Zijn moeder Yemma leidt zo goed als ze kan de familie: een depressieve vader, een broer in het leger, een andere broer bijna autistisch en een derde, de dertienjarige Hamid, een kleine straatrebel en beschermer van Yachine. Wanneer Hamid in de gevangenis zit, grijpt Yachine zijn kans om via kleine jobjes zijn miserabel en gewelddadig drugbestaan te ontvluchten. Na zijn vrijlating uit de gevangenis is Hamid echter veranderd. Hij is een radicale islamiet geworden en overtuigd Yachine ook de groep 'broeders' te vervoegen. De spirituele leider iman Abou Zoubeir, stoomt hen klaar met een lange fysieke en mentale voorbereiding. Op een dag vertelt hij hen dat ze uitgekozen zijn om martelaars te worden.